Racisme in de Serie A: een hardnekkig terugkerend fenomeen

Gepubliceerd op 3 september 2019 om 16:16
Het Stadio Bentegodi, waar de ultra-rechtse supporters van Hellas Verona hun wedstrijden bezoeken

Dit artikel richt zich op racisme in de Serie A. Door het analyseren van incidenten in Italiaanse voetbalstadions van 2000 tot 2018 wordt onderzocht of de aanpak van de Italiaanse autoriteiten om racisme te bestrijden de afgelopen twee decennia effectief was.

 

Alle uitingen van fascisme, neo-fascisme, territoriaal racisme, antisemitisme en etnisch racisme zijn sinds 1993 bij wet verboden in Italië. De Legge Mancino betekent dat elke weergave van verboden politieke standpunten tot een gevangenisstraf van 1,5 tot 4 jaar en tot een boete van € 6.000 euro kan leiden.

 

De regels van deze Legge Mancino zijn ook van toepassing op het Italiaanse voetbal en zijn opgenomen in een speciale voetbalwet, de Norme Organizzative Interne della FIGC, de N.O.I.F. Het tweede deel van het 62e artikel van deze Italiaanse voetbalwet verwijst naar exhibities van racisme bij sportevenementen:

 

‘Het is verboden om vuurwerk van welke aard dan ook, instrumenten en objecten die geschikt zijn voor belediging zoals tekeningen, geschriften, symbolen, emblemen of iets dergelijks te introduceren of te gebruiken. Ook verboden zijn uitdrukkingen die geweld aanmoedigen of discriminerend zijn om redenen van ras, kleur, religie , taal, geslacht, nationaliteit, territoriale afkomst of etnische afkomst, ook ideologische standpunten die verboden zijn door de wet zijn verboden, evenals elk middel om discriminerend gedrag aan te prijzen.’

 

De wet stelt dat de Consiglio Federale, de federale raad die de regels voor voetbalwedstrijden in Italië bepaalt, een club een boete kan opleggen van € 10.000 tot €50.000 euro wanneer supporters van een team de regels met betrekking tot discriminatie en racisme meer dan één keer overtreden tijdens een enkele wedstrijd.

 

Dit wordt als volgt gecontroleerd. Bij elke Italiaanse voetbalwedstrijd zijn officials aanwezig die het gedrag van supporters die de wedstrijd bijwonen volgen. Wanneer racistische spreekkoren worden gehoord, meldt de official dit aan de FIGC. De dag na elke speelronde publiceert de Italiaanse voetbalbond een document waarin staat welke spelers zijn geschorst en welke boetes zijn opgelegd aan voetbalclubs die de voetbalregels hebben overtreden, waar ook racistische spreekkoren onder vallen.

 

Als racistische spreekkoren door FIGC-functionarissen als kwetsend worden beoordeeld, wordt er meestal een boete opgelegd. Als een hele sector van een voetbalstadion schuldig wordt bevonden aan discriminatie, dan kan de club zwaarder worden bestraft en mag het mogelijk een aantal wedstrijden geen supporters verwelkomen.

 

Dit artikel is gebaseerd op het werk van Mauro Valeri in zijn boek Che Razza di Tifo, dat in 2010 in Italië werd gepubliceerd. Valeri bestudeerde alle racistische incidenten die plaatsvonden in het Italiaanse voetbal tijdens de seizoenen 2000-2001 tot 2009-2010. In vier competities - de Serie A, Serie B, Serie C en Serie D - vond Valeri (2010) 530 racistische incidenten waarbij supporters van 99 verschillende Italiaanse voetbalclubs betrokken waren.

 

Dit onderzoek zet het werk van Valeri voort en concentreert zich op alle racistische incidenten die de FIGC in de Serie A heeft gemeld vanaf het seizoen 2010-11 tot het seizoen 2017-18. Om alle incidenten en boetes die zich hebben voorgedaan in de acht geselecteerde seizoenen te verzamelen, zijn de rapporten van de FIGC na elke ronde van wedstrijden geanalyseerd voor het artikel. Er werden geen racistische incidenten opgenomen die niet officieel werden gemeld door de Italiaanse voetbalbond.

 

Het seizoen 2018-2019 werd uitgesloten van dit onderzoek omdat het nog bezig was op het moment dat het de cijfers werden verzameld.

Het aantal incidenten omtrent racisme in Italiaans voetbal per seizoen

Aanpak werkt niet tussen 2000 en 2010

 

Tussen de seizoenen 2000-01 en 2009-10 rapporteerde Valeri liefst 180 racistische incidenten in de Italiaanse Serie A. De twee seizoenen waarin de meeste incidenten plaatsvonden, waren 2000-01 en 2005-06.

 

Tussen 2000 en 2018 is het seizoen 2000-01, samen met het seizoen 2005-06, de jaargang met het hoogste aantal gemelde incidenten: er werden 38 gevallen van racisme gemeld en een totaal van € 281.500 aan boetes uitgedeeld.

 

Een verklaring voor het hoge aantal incidenten in het seizoen 2000-2001 zou verband kunnen houden met het verzoek van de UEFA dat lokale voetbalbonden racisme voortaan harder zouden bestrijden. De ingreep van de internationale voetbalbond werd doorgezet na meerdere incidenten met betrekking tot racisme en antisemitisme tijdens Europese wedstrijden in de voorgaande seizoenen.

 

De geïntroduceerde nieuwe voorschriften van de UEFA - die haar aangesloten voetbalfederaties opriepen tot het stilleggen van wedstrijden, het uitdelen van hogere boetes en zelfs het sluiten van stadions voor een of meer wedstrijden in het geval van een gemeld incident met betrekking tot racisme – hadden dus direct effect.

 

Enkele fundamentele veranderingen in de Italiaanse voetbalwetgeving resulteerden in een vermindering van het aantal racistische incidenten in de Serie A tussen de zomer van 2001 en het begin van het seizoen 2005-06.

 

In 2001 introduceerde Italië de verlengde DASPO, de Divieto di Accedere a Manifestazioni Sportive, een sanctie opgelegd door de politie om supporters te verbieden deel te nemen aan sportevenementen wanneer ze zijn veroordeeld voor betrokkenheid bij een incident bij een wedstrijd. Fans die zijn bestraft wegens betrokkenheid bij een racistisch incident, konden vanaf die zomer een tot drie jaar uit stadions worden verbannen.

 

Bovendien betekende de uitspraak dat fans die betrokken waren bij een incident tijdens een voetbalwedstrijd tussen 1996 en 2001 een DASPO met terugwerkende kracht konden ontvangen.

Als gevolg van de introductie van de DASPO nam het aantal incidenten met betrekking tot racisme in de Serie A gedurende vier seizoenen af. Dit betekende niet dat racisme in het Italiaanse voetbal volledig was verdwenen, omdat Valeri 45 incidenten in lagere Italiaanse voetbalcompetities registreerde in het seizoen 2004-05.

 

Hellas Verona - waar de ultra sterk verbonden zijn met de ultra-rechtse politieke partij Forza Nuova - speelde zijn wedstrijden dat seizoen bijvoorbeeld in de Serie C en was betrokken bij meer racistische incidenten dan alle 20 clubs die actief waren in de Serie A: 7.

 

Nieuwe wetten zijn slechts kortstondig effectief

 

Zoals gebeurde in het seizoen 2000-01 hield de toename van het aantal incidenten met betrekking tot racisme in Italiaanse voetbalcompetities tijdens het seizoen 2005-06 waarschijnlijk verband met de nieuw geïntroduceerde regels om racisme tegen te gaan. De Italiaanse regering introduceerde in de zomer van 2005 een wet, de Decreto Pisanu, die bedoeld was om de controle over het publiek te verbeteren tijdens sportevenementen.

 

Deze wet werd op 17 augustus 2005 ingevoerd, minder dan een week voor het begin van een nieuw seizoen, wat betekende dat voetbalkaarten alleen konden worden gebruikt door de persoon op wiens naam ze werden gekocht. Videobewaking in voetbalstadion werd verplicht om vast te stellen welke supporters zich tijdens wedstrijden mogelijk misdroegen.

De introductie van de Decreto Pisanu betekende dat aanhangers die betrokken waren bij een racistisch incident op een efficiëntere manier konden worden herkend en veroordeeld.

 

Vanaf dat moment konden zelfs kleine incidenten leiden tot een volledig rapport van een racistisch incident, een gevolg dat wordt aangegeven door het aantal gemelde incidenten in de Serie A in het volgende seizoen. In de Serie A werden meer dan 38 uitingen van racisme gemeld in het seizoen 2005-06, het hoogste aantal sinds het seizoen 2000-01.

 

In de Serie A waren de totale boetes na een aflevering van racisme zes keer hoger dan het seizoen ervoor: van € 25.000 in 2004-05 tot € 154.000 in 2005-06. Opvallend is dat het aantal incidenten met betrekking tot racisme in het seizoen 2005-06 net zo hoog was als in het seizoen 2000-01, maar dat het totale aantal boetes in 2006-06 bijna twee keer zo hoog was als in het eerdere seizoen.

De uitgedeelde boetes naar aanleiding van incidenten omtrent racisme

Na de piek in 2005-06 daalde het aantal incidenten met betrekking tot racisme in de Italiaanse Serie A in de seizoenen erna. Volgens Valeri (2010) had dit gedeeltelijk te maken met de strengere voorschriften van zowel de Italiaanse regering als de FIGC. Zo werd in 2007 de Legge Amato geïntroduceerd door de Italiaanse regering naar aanleiding van de de dood van een politieagent, Filippo Raciti, tijdens een gevecht tussen ultras van Palermo en Catania voor een wedstrijd in februari van dat jaar. De dood van de officier dwong de Italiaanse autoriteiten om de controle over Italiaanse voetbalstadions te verstevigen.
 
Om uitingen van racisme tijdens wedstrijden te voorkomen, werden met de Legge Amato een aantal nieuwe regels geïntroduceerd. De nieuwe wet schreef voor dat vanaf het seizoen 2007-08 alle spandoeken werden gecontroleerd voordat ze het stadion in werden gebracht; waardoor spandoeken met beledigingen en/of bedreigingen werden voortaan werden vaker aan de poorten van het stadion werden afgepakt.

 

De supporters die verantwoordelijk waren voor deze spandoeken konden na de introductie van de nieuwe wet een DASPO krijgen voor maximaal vijf jaar, in plaats van maximaal drie jaar.

 

Bovendien introduceerde de Legge Amato in 2008 de steward - geen politieambtenaren, maar eerder beveiligingsfunctionarissen ingehuurd door de voetbalclubs - die de verantwoordelijkheid hadden om de menigte in voetbalstadions te controleren.

 

De introductie van de nieuwe beveiligingsmaatregelen had een impact op het aantal racistische incidenten in Italiaanse voetbalstadions tijdens de seizoenen 2006-07, 2007-08 en 2008-09. Valeri verklaart echter dat deze vermindering niet alleen een resultaat van de nieuwe regels en wetten was, maar ook van het buonismo, de laissez-faire-politiek van de Italiaanse voetbalbond met betrekking tot etnisch en territoriaal racisme.

 

Incidenten werden vaker gemeld, maar bijna de helft van de straffen werd gehalveerd of ingetrokken na hoger beroep. Een mogelijke reden voor het buonismo waren de klachten van de Italiaanse voetbalclubs, die niet wilden dat de FIGC – de Italiaanse voetbalbond - fans ontmoedigde om voetbalwedstrijden te bezoeken.

 

Bemoeienis politici mist doel


Aan het begin van het seizoen 2009-10 werd de Tessera del Tifoso geïntroduceerd, een kaart waarop de naam en een foto van de voetbalfan die een kaartje heeft gekocht zichtbaar zijn. Het hoofddoel van de introductie van de Italiaanse clubcard was om het voor de politie gemakkelijker te maken om te controleren wie het voetbalstadion binnenkwam en welke supporters naar uitwedstrijden reisden, zodat mogelijke daders van geweld, racisme of ander verwerpelijk gedrag makkelijker aan de stadionpoorten konden worden geweigerd.

 

In datzelfde seizoen, 2009-10, verdubbelde het aantal gerapporteerde racistische incidenten in de Serie A echter: met 28 afleveringen in de Serie A, wat het derde hoogste aantal tussen 2000 en 2018 betekende. Een grote tegenslag in de strijd tegen racisme in het Italiaanse voetbal.

 

Als gevolg op de terugslag verklaarde Roberto Maroni, destijds de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, in januari 2010 dat de FIGC vaker en harder moest ingrijpen in het geval dat racistische spreekkoren en geluiden werden gehoord tijdens een voetbalwedstrijd:


‘Het is moeilijk om racistische gezangen te onderscheiden van een gezang dat een speler van de tegenstander bespot. En omdat het verschil zo moeilijk te maken is, ben ik ervan overtuigd dat we racisme in het voetbal niet moeten onderschatten. Ik ben ervan overtuigd dat, wanneer er een spel aan de gang is, de FIGC strikte regels moet hebben: als er enige twijfel is dat er een racistisch gezang is, moet de scheidsrechter de wedstrijd onmiddellijk stoppen en - indien nodig – andere maatregelen nemen’.


In 2010 stond in het protocol van de Italiaanse voetbalbond echter nog steeds dat een scheidsrechter een voetbalwedstrijd niet mocht stoppen in het geval van een incident, omdat de escalatiemogelijkheden tussen supporters te groot werden geacht. Volgens het protocol was het de bedoeling dat scheidsrechter zou wachten tot de verantwoordelijke tussenpersoon van de politie hem beval het spel te stoppen. Dit gebeurde niet totdat ten minste drie incidenten van racisme werden gehoord of gezien tijdens een enkele wedstrijd. Desondanks, en zelfs na drie meldingen van racisme, worden Serie A-duels anno 2019 nog steeds bijna nooit gestopt als gevolg van etnisch of territoriaal racisme.

Welke clubs waren er tussen 2000 en 2018 het vaakst betrokken bij een incident omtrent racismse in het Italiaanse voetbal?

President Cagliari negeert spreekkoren

In oktober 2011, een jaar na de uitspraken van politicus Maroni, was Inter-speler Samuel Eto’o meerdere keren het slachtoffer van racistische geluiden en spreekkoren van Cagliari-supporters tijdens een wedstrijd op Sardinië. Scheidsrechter Paolo Tagliavento besloot de wedstrijd voor drie minuten te stoppen waarop de stadionspeaker bekendmaakte dat de wedstrijd voorgoed kon worden geschorst indien de fans zouden doorgaan. De rest van het duel waren er geen spreekkoren meer te horen.

 

Na afloop van de wedstrijd gaf de president van Cagliari, destijds Giancarlo Cellino, aan dat hij het niet eens met het besluit van Tagliavento om de wedstrijd tijdelijk op te schorten:

 

‘Ik hoorde geen racistische zinnen vanaf de tribunes. Bij Cagliari zijn we nooit eerder racistisch geweest. Daarom denk ik dat er een fout is gemaakt’.

 

De verklaringen van Cellino zijn opmerkelijk, omdat Cagliari in het voorgaande seizoen betrokken was bij vijf incidenten met betrekking tot racisme. Na de incidenten tijdens het duel met Inter kreeg Cagliari een boete van € 25.000. Later in het seizoen 2010-11 zou Cagliari een boete van € 10.000 krijgen na racistisch gezang van de supporters tijdens een wedstrijd tegen Brescia, wat de woorden van president Cellino nog opmerkelijker maakt.

 

Een seizoen later, in 2011-12, werden er in de Serie A in totaal 18 incidenten met betrekking tot racisme gemeld door de FIGC. De belangrijkste overtreders waren de supporters van Juventus, die betrokken waren bij vijf incidenten met betrekking tot racisme tijdens de competitie. De club kreeg in totaal € 85.000 aan boetes.

 

Het meest opmerkelijke incident vond plaats tijdens Juventus-Lazio op 10 april 2012, toen Modibo Diakité, een speler van de bezoekers, het slachtoffer werd van racistische spreekkoren door de ultras van Juventus. De FIGC-officials hoorden het gezang tijdens de 4e, 14e, 15e, 48e en 85e minuut van de wedstrijd, wat betekende dat de Frans-Malinese verdediger tijdens de voetbalwedstrijd minstens vijf verschillende keren werd lastiggevallen. De wedstrijd werd echter niet stilgelegd. Het betekende wel dat Juventus dat seizoen voor de vijfde keer een boete kreeg. Het bestuur van de Bianconeri moest de Italiaanse voetbalbond € 35.000 betalen voor de racistische incidenten, wat de hoogste boete van het seizoen 2011-12 was. Een schijntje voor een club met een miljoenen begroting.

 

Mario Balotelli grootste slachtoffer discriminatie

 

Door de jaren heen lijken de straffen van de FIGC niet veel effect te hebben, want een seizoen later, in 2012-13, werd er tijdens 22 van de 38 speelrondes van de Serie A een incident met betrekking tot racisme gemeld door de Italiaanse voetbalbond. In totaal werd er € 435.000 aan boetes betaald door de betrokken voetbalclubs. Juventus was betrokken bij zes afleveringen. De meeste incidenten - zeven - deden zich voor tijdens speelrondes dat AC Milan de tegenstander was van het team waarvan de fans racistisch gedrag vertoonden.

 

Op dat moment had Mario Balotelli, een Italiaan met Ghanese ouders, een contract bij AC Milan. Balotelli was opgegroeid in Italië en verwierf het Italiaanse staatsburgerschap op zijn 18e verjaardag, waarna hij meerdere keren werd opgeroepen om wedstrijden te spelen voor het Italiaanse nationale voetbalteam.

Tijdens een van deze wedstrijden met de Azzurri in 2010, Italië-Roemenië, werd Balotelli meerdere keren racistisch toegezongen door de Italiaanse thuissupporters, omdat aanwezige, rechtse voetbalultra het verwerpelijk bleken te vinden dat Balotelli – een Ghanese Italiaan - wedstrijden kon spelen voor het Italiaanse nationale team.

 

In het seizoen 2009-10 speelde Balotelli voor Internazionale en werd hij tijdens negen verschillende wedstrijden racistisch lastiggevallen. Het betekende dat hij een van de meest geslachtofferde spelers op de Italiaanse voetbalvelden was.

 

Dit sentiment was nog steeds aanwezig in het seizoen 2012-2013. Balotelli, op dat moment een speler van AC Milan, werd gedurende ten minste zeven wedstrijden racistisch beledigd. De twee hoogste boetes van het seizoen, van € 50.000, werden geheven tegen AS Roma en Inter nadat hun supporters meerdere keren racistische spreekkoren over Balotelli zongen tijdens hun wedstrijden tegen AC Milan.

 

Bovendien werd de Curva Sud, de sector waar traditioneel de ultras van AS Roma plaatsnemen, één wedstrijd gesloten na racistische leuzen van de supporters jegens Balotelli, wie ongewild een belangrijk slachtoffer was geworden van racistische intimidatie door Italiaanse voetbalsupporters.

 

De incidenten met Mario Balotelli betekenden dat de Italiaanse autoriteiten in september 2013 de voetbalwetgeving van het land verder aanpasten. De versterking van de wet betekende dat de FIGC vanaf dat moment een nultolerantiebeleid ten aanzien van racistische voetbalsupporters zou aannemen.

 

Als gevolg hiervan werden stadionsectoren vaker voor een of meer wedstrijden gesloten in het geval van een gerapporteerd incident met betrekking tot etnisch en/of territoriaal racisme, een sanctie die eerder dat jaar (mei 2013) al was toegepast op AS Roma.

 

Zoals de FIGC aan had gekondigd was de tolerantie voor incidenten met betrekking tot etnisch of territoriaal racisme vanaf het begin van het seizoen 2013-14 laag, wat zichtbaar was in het aantal boetes dat werd uitgedeeld aan de Italiaanse voetbalclubs die in de Serie A speelden: in totaal € 500.000, wat het hoogste totaalbedrag was voor de 18 geselecteerde seizoenen die in dit artikel zijn bestudeerd. Juventus, Inter en Atalanta werden zwaarder bestraft en moest een of meer wedstrijden spelen zonder hun fanatieke supporters nadat hun tribunes waren gesloten als gevolg van een racistisch incident.

 

De strengere houding van de FICG had echter geen serieus effect op het totaal aantal incidenten in de Italiaanse voetbalstadions. In het seizoen 2013-14 was Balotelli nog zes keer slachtoffer van racistische spreekkoren en tussen de introductie van de zero-tolerance-politiek en het einde van het seizoen 2015-16 rapporteerde de FIGC liefst 66 racistische incidenten. Het incasseerde een totaalbedrag van € 1.286.000 aan boetes.


Slappe aanpak bondsvoorzitter

 

Bovendien leek de laissez-faire politiek al snel terug te keren. In augustus 2014 besloten de Italiaanse autoriteiten te stoppen met het sluiten van stadionsectoren als straf voor territoriaal racisme. Dit was een jaar na de introductie van het nieuwe beleid. De nieuwe aanpak werd teruggedraaid na protesten van de Serie A-clubs en na de verkiezing van Carlo Tavecchio als FIGC-president. Schrijnend is dat ook Tavecchio zich in het verleden niet geheel had onthouden van racistisch gedrag. In november 2014 werd Tavecchio door de UEFA van het beoefenen van zijn functie geschorst nadat hij werd gefilmd terwijl hij verwees naar een fictieve voetballer als iemand die 'eerst bananen at en nu basisspeler bij Lazio is’.

 

Met Tavecchio als president van de Italiaanse voetbalbond daalde territoriaal en etnisch racisme tijdens voetbalwedstrijden in de Italiaanse Serie A pas in het seizoen 2016-17, waarin slechts acht incidenten werden gemeld door de FIGC. Hoewel de boetes voor racistische afleveringen hoog bleven, was het aantal incidenten niet verminderd. De houding en sancties van de FIGC bleven hoogst ineffectief.


Tijdens het seizoen 2016-17 werden er acht racistische afleveringen gemeld door de FIGC, wat het laagste aantal incidenten was sinds het seizoen 2004-05. Omdat de Italiaanse voetbalbond geen officiële wijzigingen in de aanpak had aangekondigd en de officiële regels niet waren veranderd, was dit verminderde racistische gedrag waarschijnlijk het gevolg van het reeds genoemde en telkens terugkerende buonismo, de relaxte politiek van de FIGC jegens racisme.

 

Het betekende dat de voetbalbond besloot om zich niet tot nauwelijks te bemoeien met de wedstrijden van dat seizoen. Op speeldag 34 van het seizoen 2016-17, tijdens de wedstrijd tussen Cagliari en Pescara bijvoorbeeld, zongen Cagliari-supporters de Ghanese middenvelder Sulley Ali Muntari, die voor Pescara speelde, racistisch toe.

 

Na meerdere keren te hebben geklaagd dat hij racistisch werd lastiggevallen door de Cagliari-ultras ontving Muntari een rode kaart voor het beledigen van de scheidsrechter, die niet bereid was de wedstrijd te stoppen. Uiteindelijk werd Muntari voor één wedstrijd geschorst, terwijl de racistische supporters van Cagliari werden vrijgesproken voor hun gedrag. Naar aanleiding van dit soort incidenten kan worden geconcludeerd dat er meer dan acht racistische afleveringen plaatsvonden tijdens het seizoen 2016-17 en dat de laissez-faire-politiek van de Italiaanse voetbalbond was teruggekeerd.

 

Deze theorie werd bevestigd na een incident tijdens het duel tussen Cagliari en Juventus in het seizoen 2017-18. Tijdens dit duel werd Juventus-middenvelder Blaise Matuidi racistisch lastiggevallen door de thuissupporters van Cagliari. Desondanks werd het incident niet officieel gemeld door de FIGC. Terwijl het Cagliari-bestuur zich deze keer wél verontschuldigde voor het gedrag van hun fans, werd de club vrijgesproken van het plegen van enige overtreding. De FIGC greep weer niet in. De incidenten met Muntari en Matuidi zijn niet opgenomen in de cijfers van dit onderzoek, omdat het artikel is gebaseerd op de officiële FIGC-rapporten. Beide gevallen werden niet officieel gerapporteerd.

Nieuwe wetgeving Italiaanse autoriteiten ineffectief

Tussen de seizoenen 2000-01 en 2017-18 hebben de Italiaanse autoriteiten meerdere keren de wetten gewijzigd met betrekking tot territoriaal en/of etnisch racisme in het Italiaanse voetbal. Nadat nieuwe wetten of wijzigingen in oude wetten werden geïntroduceerd, lijken de nieuwe regels aanvankelijk te werken omdat het aantal racistische incidenten op de korte termijn afnam. De uitgebreide uitspraken om racisme in het Italiaanse voetbal te bestrijden bleken uiteindelijk echter niet effectief, omdat het gemiddelde aantal racistische incidenten per seizoen in de Serie A tussen 2000 en 2018 niet daalde.

 

In de eerste tien geselecteerde seizoenen die in het onderzoek van Valeri werden opgenomen, werden er gemiddeld 18 racistische incidenten per seizoen gerapporteerd. In de laatste negen geselecteerde seizoenen, die gebaseerd waren op de officiële rapporten van de Italiaanse voetbalbond, bleef het gemiddelde aantal racistische incidenten per seizoen vrijwel ongewijzigd met een gemiddelde van 17,6 racistische incidenten per seizoen. Daarom kan worden geconcludeerd dat de aanpak van de Italiaanse voetbalbond zeer ineffectief was.

 

Het is opmerkelijk dat het gemiddelde totale aantal boetes per seizoen tussen 2000 en 2010 € 112.850 bedroeg. Tussen 2010 en 2018 was het gemiddelde totaalbedrag van de boetes € 297.000 per seizoen, wat € 184.150 hoger is dan tussen 2000 en 2010 (FIGC 2019). Hoewel het gemiddelde aantal incidenten per seizoen dus niet daalde, waren de boetes voor racistisch gedrag in de acht seizoenen tussen 2010-11 en 2017-18 meer dan twee keer zo hoog dan in de tien seizoenen tussen 2000-01 en 2009-10.

 

Racisme in Italiaanse stadions duurt voort

Tijdens een wedstrijd tussen Inter en Napoli in het seizoen 2018-19, viel de Curva Nord van het San Siro Stadion herhaaldelijk Senegalese Napoli-verdediger Kalidou Koulibaly lastig met apengeluiden en andere racistische spreekkoren. In de weken na de wedstrijd gaf de FIGC de Milanese voetbalclub de straf de volgende twee thuiswedstrijden achter gesloten deuren te spelen. Het gedeelte waar het grootste deel van het racistische gezang richting Koulibaly vandaan kwam - de Curva Nord – werd gesloten voor drie wedstrijden. De sanctie was zwaar, maar tijdens een wedstrijd tussen Inter en Milan in hetzelfde seizoen werden er opnieuw apengeluiden gehoord vanaf de stadionsectie waar de ultras van Inter zitten. Hoewel de racistische intenties van de ultras duidelijk waren, besloot de FIGC dit keer niet in te grijpen en er werd geen boete of een andere straf uitgedeeld aan Inter. Een pijnlijke beslissing.

 

De zeer opmerkelijke laissez-faire-politiek van de Italiaanse voetbalfederatie duurde gedurende het hele seizoen 2018-19 voort. Toen de Italiaanse pers op grote schaal melding maakte van een racistisch incident tijdens een wedstrijd tussen Cagliari en Juventus op Sardinië greep de bond niet in. Televisiebeelden toonden aan dat Juventus-aanvaller Moise Kean, een Italiaan van Ivoriaanse afkomst, meerdere keren het slachtoffer was van racistische spreekkoren door de harde kern van Cagliari.

 

Tijdens een interview na de wedstrijd verklaarde Leonardo Bonucci, een verdediger van Juventus en teamgenoot van Kean:

 

‘Kean? Er waren wat racistische geluiden, maar Moise moet nadenken over juichen met het team. De curve was verkeerd, maar Kean maakte ook een fout'.

 

Bonucci verwees naar het juichen van Kean nadat hij het winnende doelpunt scoorde, waarbij de aanvaller voor de ultras van Cagliari danste en deze vervolgens met racistische geluiden reageerden.

 

In de week na het racistische incident tijdens de wedstrijd Cagliari-Juventus opende de Italiaanse voetbalbond een onderzoek naar de racistische spreekkoren en geluiden van de ultras die tijdens de wedstrijd werden gehoord. Terwijl de aanwezige functionaris van de Italiaanse autoriteiten meldde dat hij tijdens de wedstrijd meerdere keren apengeluiden had gehoord, werden de spreekkoren door de Italiaanse voetbalraad niet hoorbaar genoeg geacht om Cagliari een boete of een andere straf te geven.

 

Racistische groepen ultras, zoals die van Lazio, Roma, Inter en Juventus zijn elk meerdere gestraft keer tussen 2000 en 2018, maar blijven voetballers wekelijks racistisch bejegenen. Daarom is het zeer de vraag of de implementatie van nieuwe wetten ter bestrijding van de aanwezigheid van racistische voetbalsupporters in Italiaanse voetbalstadions heeft gewerkt.

 

Omdat de verantwoordelijke politicus – Matteo Salvini - in het verleden ook meerdere malen gelinkt is geweest aan vreemdelingenhaat en racisme, is het moeilijk om in de nabije toekomst grote veranderingen te zien in de strijd tegen racisme in het Italiaanse voetbal.

 

 

Meer weten over racisme in het Italiaanse voetbal?

 

Bekijk dan ook:

 

Racisme volop aanwezig in Italiaanse voetbalstadions: https://www.nporadio1.nl/nos-radio-1-journaal/onderwerpen/496491-racisme-volop-aanwezig-in-italiaanse-voetbalstadions

 

Racisme gedijt op de Italiaanse voetbalvelden: https://blendle.com/i/de-volkskrant/racisme-gedijt-op-de-italiaanse-voetbalvelden/bnl-vkn-20190405-10784733/buy-warning

 

De racismekwestie rondom Moise Kean: https://www.willemhaak.nl/lo-stadio/346774_lo-stadio-21-raoul-de-graaf-over-de-cl-strijd-van-inter-en-de-racismekwestie-rond-moise-kean

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Harrie Hidding
5 jaar geleden

Willem, interessant artikel. Hoe kan het anno 2019 dat racisme niet hard kan worden aangepakt in het calcio? 'Supporters' die schuldig zijn worden niet geraakt door de aan hun club opgelegde boetes. Waarom wordt er bijvoorbeeld niet gewerkt met strafpunten of het langer sluiten van Curva's? En waarom durft men niet in te grijpen?